Onderzoek Berenschot naar de kosten Sociaal Domein

woensdag 23 oktober 2024 10:51

Begin dit jaar meldde het college een enorme overschrijding in 2023 in het sociaal domein (ca 3 miljoen), die ook in 2024 doorwerkt. De wethouder gaf openhartig toe dat het college “had zitten slapen”, bood ruimhartig mea-culpa aan en kondigde de nodige maatregelen aan die dit zou moeten tegengaan. Eén van die maatregelen was een onderzoek door Berenschot over hoe de kosten weer in grip gekregen konden worden. Dat rapport, wat moet leiden tot een besparing in de orde van ca 2 miljoen per jaar, stond vandaag op de agenda. In onze inbreng hebben we de bal ook nadrukkelijk bij de samenleving gelegd.

Berenschot heeft een onderzoek gedaan naar de wijze waarop deze gemeente de jeugdzorg en de WMO uitvoert en trekt als conclusie dat de gemeente vooral te weinig zicht heeft op de financiële verplichtingen, zeer beperkt zicht heeft op de ontwikkelingen binnen het huidige zorgverbruik en er is geen zicht op de toekomstige ontwikkelingen. Berenschot doet een aantal concrete voorstellen die tot een besparing in de orde van 1,5 tot 2,5 miljoen euro per jaar moeten leiden.

Ik twijfel niet aan de zorgvuldigheid van het rapport. Het is kritisch en doet een aantal goede aanbevelingen. Maar de hardheid van de bedragen, daar zetten wij wel een vraagteken bij. Het college kennelijk ook, want zij schaalt dat al af naar 1 tot 2 miljoen. Dat is ook nodig, omdat in die besparingen de implementatiekosten niet zijn meegenomen.

In 2019 werd de jeugdzorg voor onze gemeente begroot op nog geen 6 miljoen. In 2024 geven we ruim 15 miljoen uit. Dat is een stijging van 9 miljoen in vijf jaar tijd. Voor een deel veroorzaakt door tariefstijgingen, maar voor een groter deel door toenemend gebruik van de jeugdzorg in aantallen en complexere zorg.

Wat wij wel in het rapport hebben gemist is de achterliggende oorzaakanalyse, met name bij de jeugdzorg. Tijdens de voorpresentatie van juni jl. heb ik daar expliciet naar gevraagd en door de onderzoeker werd aangegeven dat hiernaar gekeken zou worden. Maar eerlijk gezegd; ik vind dat in het rapport niet terug. En zoals ik al vaker gezegd heb; als je de diepere oorzaak niet weet, hoe weet je dan of je preventieve maatregelen wel succesvol zijn.

En voorzitter, op het gevaar af dat ik op lange tenen ga staan en de woede van ouders en senioren over mij afroep, toch een eerlijke boodschap. Want het begrotingstekort veroorzaken we als samenleving ook voor een deel zelf.

Het college heeft, na geconfronteerd te zijn met de overschrijdingen van 3 miljoen kennelijk wel een eerste analyse gemaakt, gebruikmakend van de inzichten van diverse professionals. In de afgelopen zomer uitgebrachte Monitor Sociaal Domein lezen we dan “Een toename van complexe scheidingen, groei van het aantal eenoudergezinnen, toegenomen prestatiedruk, een hoge geluksnorm en een verslechtering van de psychische gezondheid van jeugdigen maken onder andere dat hulpvragen complexer worden en in aantal toenemen”. Antropoloog en journaliste Sybilla Claus voegt daar (naar aanleiding van haar recent verschenen boek GenderRebels) ook de smartphone nog aan toe als ze zegt “Hoe meer uren online, hoe minder tijd voor boeken lezen, vriendinnen, hobby’s, sport en bewegen. En ook: hoe meer lichamelijke schade, bijvoorbeeld aan ogen en brein. Maar het innerlijke effect is het ergste, denk ik: de mobiel trekt jongeren weg uit zichzelf.”

Ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid wijst zorgelijke trends in de samenleving zoals veel opvoedingsproblematiek, onder andere door het hoge aantal scheidingen. Daarnaast problematiseren Nederlandse ouders volgens de raad te snel. Ook is de toenemende prestatiedruk volgens de raad slecht voor jongeren. Al heel vroeg in hun leven krijgen ze te horen dat ze uit het leven moeten halen wat erin zit.

En dat zijn maar een paar voorbeelden van oorzaken die ik ook uit het werkveld hoor, dan is het niet gek dat steeds meer jongeren ongelukkig zijn, met psychische problemen zitten, burn-out raken of erger nog, serieus zelfdoding overwegen. Onze gemeentelijke kostenstijging is daarbij een rode vlag van veel onderliggende problemen. Die lossen we als politiek niet op, daar is de samenleving zelf aan de bal. Niet vanwege onze portemonnee, maar om het welzijn van onze kinderen.

Als voorbeeld: Inmiddels heeft de verbanning van de smartphone op middelbare scholen haar succes al bewezen. Een in aanvang impopulaire maatregel waar veel weerstand tegen is, maar inmiddels zijn niet alleen scholen, maar ook ouders en zelfs leerlingen om.

Kortom, welk preventief beleid, ook als dat bevoogdend over kan komen, gaan wij inzetten om juist die instroom in te dammen? Het zou goed zijn om ook daar met de professionals eens over van gedachten te wisselen.

En misschien geldt iets dergelijks ook wel voor de WMO. Moeten alle voorzieningen en bijbehorende kosten bij de gemeente belegd worden? Laat is het voorbeeld geven van een inmiddels overleden bejaarde in onze gemeente. Die betaalde zelf zijn huishoudelijke hulp. Pas toen hij moest leven van een AOW en een bescheiden spaarpotje, waar hij maandelijks op inteerde omdat de huur van zijn zorgflat zo ongeveer zijn hele AOW kostte, heeft hij de Huishoudelijke hulp bij de WMO aangevraagd. En de rollator, het looprek en zo nog wat voorzieningen betaalde hij zelf. Zo kan het dus ook. Niet voor iemand die elk dubbeltje moet omdraaien, maar er zijn ook heel wat senioren die goed bij kas zijn. Daarom zijn wij ook een voorstander van het her-invoeren van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage. En daarom mag de gemeente best wat kritischer zijn bij het verstrekken van WMO voorzieningen en het gesprek aan gaan wat iemand zelf kan bijdragen. Dat sluit ook aan bij de alternatieve maatregelen van wederkerigheid.

Solidariteit is niet laat de gemeenschap maar voor alle kosten opdraaien, maar probeer als het mogelijk is je eigen broek op te houden en doe een beroep op de collectiviteit als dat echt nodig is.

Daarnaast pleiten wij voor meer hergebruik van beschikbare middelen. Te vaak horen we van inwoners dat ze (bijvoorbeeld na overlijden van een ouder) de hulpmiddelen niet in kunnen leveren, terwijl ze nog goed bruikbaar zijn. Natuurlijk, aan opslag en beheer zijn kosten verbonden, dus het zal niet voor elk middel zinvol zijn. En de traplift kan soms beter blijven zitten omdat de achtergebleven oudere over een paar jaar die misschien ook nodig heeft. Maar ontwikkel hiervoor een goed beleid als invulling van de alternatieve maatregel “terugbrengactie”. Dat is nog duurzaam ook.

Dan nog even terug naar het raadsvoorstel; daar lezen we “Het college informeert de raad in de kwartaalbrief Sociaal Domein over de ontwikkelingen van het programma”. Dat is prima, mits die kwartaalbrief dan ook een financiële verantwoording gevat. Ik neem aan dat de wethouder dat kan toezeggen.

 

Naschrift. Het raadsvoorstel (doorvoeren van vrijwel alle aanbevelingen van Berenschot) werd unaniem aangenomen. Een motie van Lokaal & Fair wat vraagt om een halfjaarlijkse rapportage ook, zeer tot onze verbazing. Want het college had in het raadsvoorstel al aangegeven in de kwartaalbrief een extra hoofdstuk op te nemen over dit voorstel en daarmee was de motie van Lokaal & Fair dus feitelijk overbodig. Voor de financiën verwijst het college naar de bestaande rapportage (2x per jaar een Bestuursrapportage = BRAP), maar wij vinden dat eigenlijk niet toereikend. Bij de eerstvolgende BRAP gaan we daar dus kritisch naar kijken.

Labels

« Terug

Reacties op 'Onderzoek Berenschot naar de kosten Sociaal Domein'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.