Herijking Plan De Venen, reactie ChristenUnie/SGP

woensdag 05 juli 2006 21:01

<br>Aan: Wethouder Lambregts
<br><br>
Bij brief van 6 juni 2006 hebt u de fracties het concept plan herijking De Venen aangeboden, teneinde input te kunnen leveren voor de opstelling van de formele gemeentelijke reactie, te agenderen voor de commissie Ruimte van 4 september a.s. Hieronder treft u de reactie aan van ChristenUnie/SGP, waarbij wij ons richten op de bestuurlijke hoofdlijnen.

U hebt ons een imposante stapel stukken aangereikt, waarin veel onderwerpen worden behandeld en veel (mogelijke) ontwikkelingen worden geschetst. Daarbij zijn uiteenlopende belangen en problematieken aan de orde en komen verschillende invalshoeken naar voren. Dat alles laat na lezing en herlezing de vraag achter: "Waar brengt ons dit alles?" Met andere woorden: Wat zijn de consequenties van de uitgebrachte herijking? Dit is niet eenduidig, het is lastig daar precies de vinger op te leggen; een duidelijk toekomstbeeld ontbreekt, althans staat ons (nog) niet helder voor ogen.

De samenvatting van het conceptplan stelt centraal "…. een duurzame inrichting en beheer van het veenweidegebied …" en spreekt vervolgens over het bieden van perspectieven aan Landbouw, Natuur, Water en Recreatie. Het moge duidelijk zijn, dat die laatste opsomming tal van spanningsvelden en tegenstrijdigheden met zich brengt.

Zorgpunten

En in dit geval, een planvorming met ingrijpende gevolgen voor onze gemeente, zijn wij daar niet op voorhand gerust op. De belangrijkste zorgpunten noemt u zelf ook reeds in uw bovenvermelde brief:

  • de aanpak van "functie volgt peil"

  • robuust waterbeheer
  • ersteviging/uitbreiding van de oostelijke EHS (Demmerikse polder, Gagelgebied)

  • overige planvorming Polder Groot Mijdrecht Noord


Het zou een belangrijke gemeentelijke zorg moeten zijn, dat agrariërs in het gebied niet in een unfaire dwangpositie worden gebracht. Als enerzijds de financiële middelen toch niet toereikend zijn en het ambitieniveau voor flankerend beleid richting agrariërs omlaag gaat, maar anderzijds het waterbeheerbeleid wel wordt aangepast ("functie volgt peil"), dan brengt dit de agrariër in een onmogelijke positie. Financieel kan hij niet weg maar de grond wordt letterlijk zo nat onder zijn voeten dat hij wel weg moet ("nat uitroken"). Een dergelijke ontwikkeling moet voorkomen worden.

Kaderstellende uitspraken: Drie zwaarwegende randvoorwaarden

Februari 2006 hebben Provinciale Staten van Utrecht acht kaderstellende uitspraken geformuleerd en vastgesteld voor de Herijking van Plan De Venen. Hier willen wij er drie uitlichten en centraal stellen. Wij willen deze drie uitspraken meer gewicht toekennen en nadrukkelijker hanteren als randvoorwaarden. Zowel voor het plan als zodanig als bij de verdere uitwerking hiervan via de gebiedsovereenkomsten. Deze uitspraken hebben wij hieronder vet gedrukt en kort toegelicht.


1. In het herijkte plan zijn ambities en middelen in evenwicht
Tot dusver is dit een groot manco: Er zijn grootse plannen, maar er is volstrekt onvoldoende geld om dit waar te maken. Geen plannen zonder eerlijk prijskaartje, in luchtkastelen kan niemand wonen. De onderhavige plannen komen op uit brede maatschappelijke ontwikkelingen en inzichten, die vanuit de breedte van de samenleving gedragen moeten worden. Geen afwenteling op een kleine groep gebiedsbewoners.

2. Grondgebonden veehouderij de belangrijkste drager van dit landschap.
In de afweging van Landbouw, Natuur, Water en Recreatie dient dit aspect zwaar te wegen. Met oog voor de samenhang van sociale, economische en cultuurhistorische waarden. Met een positieve waardering van de agrarische functie in het bestaande veenweidelandschap. Waar agrarische bedrijven verdwijnen is dit in de huidige omstandigheden feitelijk een definitief, onomkeerbaar proces. Daarom moet nu worden ingezet op een beleid dat een volwaardig rendabel landschapsbeheer via een aangepaste, extensievere bedrijfsvoering ook daadwerkelijk mogelijk maakt.

3. De provincie Utrecht zet actief in op het verwerven van grond én gebouwen

Waar bedrijfsbeëindiging aan de orde is moet er een volwaardig flankerend beleid zijn, dat verder gaat dan de tot dusver bestaande mogelijkheden. Dan denken wij aan:

  • Een actiever faciliteren van bedrijfsverplaatsingen door opties hiervoor beschikbaar te hebben en deze ook financieel bereikbaar te laten zijn.

  • Aankoop op basis van een prijs- en schadeloosstelling die aansluit op onteigeningsregels.

Wij wensen u succes met de verdere voorbereiding van de gemeentelijke reactie en zien deze met belangstelling tegemoet.

Wilnis, 6 juli 2006

Namens de fractie ChristenUnie/SGP

Hendrik Palm

Fractievoorzitter U hebt ons een imposante stapel stukken aangereikt, waarin veel onderwerpen worden behandeld en veel (mogelijke) ontwikkelingen worden geschetst. Daarbij zijn uiteenlopende belangen en problematieken aan de orde en komen verschillende invalshoeken naar voren. Dat alles laat na lezing en herlezing de vraag achter: "Waar brengt ons dit alles?" Met andere woorden: Wat zijn de consequenties van de uitgebrachte herijking? Dit is niet eenduidig, het is lastig daar precies de vinger op te leggen; een duidelijk toekomstbeeld ontbreekt, althans staat ons (nog) niet helder voor ogen.

 

De samenvatting van het conceptplan stelt centraal "…. een duurzame inrichting en beheer van het veenweidegebied …" en spreekt vervolgens over het bieden van perspectieven aan Landbouw, Natuur, Water en Recreatie. Het moge duidelijk zijn, dat die laatste opsomming tal van spanningsvelden en tegenstrijdigheden met zich brengt.

 

Zorgpunten

En in dit geval, een planvorming met ingrijpende gevolgen voor onze gemeente, zijn wij daar niet op voorhand gerust op. De belangrijkste zorgpunten noemt u zelf ook reeds in uw bovenvermelde brief:

  • de aanpak van "functie volgt peil"
  • robuust waterbeheer
  • versteviging/uitbreiding van de oostelijke EHS (Demmerikse polder, Gagelgebied)
  • overige planvorming Polder Groot Mijdrecht Noord
Het zou een belangrijke gemeentelijke zorg moeten zijn, dat agrariërs in het gebied niet in een unfaire dwangpositie worden gebracht. Als enerzijds de financiële middelen toch niet toereikend zijn en het ambitieniveau voor flankerend beleid richting agrariërs omlaag gaat, maar anderzijds het waterbeheerbeleid wel wordt aangepast ("functie volgt peil"), dan brengt dit de agrariër in een onmogelijke positie. Financieel kan hij niet weg maar de grond wordt letterlijk zo nat onder zijn voeten dat hij wel weg moet ("nat uitroken"). Een dergelijke ontwikkeling moet voorkomen worden.
 

Kaderstellende uitspraken: Drie zwaarwegende randvoorwaarden

Februari 2006 hebben Provinciale Staten van Utrecht acht kaderstellende uitspraken geformuleerd en vastgesteld voor de Herijking van Plan De Venen. Hier willen wij er drie uitlichten en centraal stellen. Wij willen deze drie uitspraken meer gewicht toekennen en nadrukkelijker hanteren als randvoorwaarden. Zowel voor het plan als zodanig als bij de verdere uitwerking hiervan via de gebiedsovereenkomsten. Deze uitspraken hebben wij hieronder vet gedrukt en kort toegelicht.


 

1. In het herijkte plan zijn ambities en middelen in evenwicht
Tot dusver is dit een groot manco: Er zijn grootse plannen, maar er is volstrekt onvoldoende geld om dit waar te maken. Geen plannen zonder eerlijk prijskaartje, in luchtkastelen kan niemand wonen. De onderhavige plannen komen op uit brede maatschappelijke ontwikkelingen en inzichten, die vanuit de breedte van de samenleving gedragen moeten worden. Geen afwenteling op een kleine groep gebiedsbewoners.

 

2. Grondgebonden veehouderij de belangrijkste drager van dit landschap.
In de afweging van Landbouw, Natuur, Water en Recreatie dient dit aspect zwaar te wegen. Met oog voor de samenhang van sociale, economische en cultuurhistorische waarden. Met een positieve waardering van de agrarische functie in het bestaande veenweidelandschap. Waar agrarische bedrijven verdwijnen is dit in de huidige omstandigheden feitelijk een definitief, onomkeerbaar proces. Daarom moet nu worden ingezet op een beleid dat een volwaardig rendabel landschapsbeheer via een aangepaste, extensievere bedrijfsvoering ook daadwerkelijk mogelijk maakt.

 

3. De provincie Utrecht zet actief in op het verwerven van grond én gebouwen

Waar bedrijfsbeëindiging aan de orde is moet er een volwaardig flankerend beleid zijn, dat verder gaat dan de tot dusver bestaande mogelijkheden. Dan denken wij aan:

  • Een actiever faciliteren van bedrijfsverplaatsingen door opties hiervoor beschikbaar te hebben en deze ook financieel bereikbaar te laten zijn.
  • Aankoop op basis van een prijs- en schadeloosstelling die aansluit op onteigeningsregels.
  Wij wensen u succes met de verdere voorbereiding van de gemeentelijke reactie en zien deze met belangstelling tegemoet.
 
 
Wilnis, 6 juli 2006

Namens de fractie ChristenUnie/SGP

Hendrik Palm

Fractievoorzitter

Labels

« Terug

Reacties op 'Herijking Plan De Venen, reactie ChristenUnie/SGP'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.