Voor ons ligt de programmarekening over 2011 met als belangrijkste boodschap, dat we 2011 met een totaal verlies van 12 miljoen euro afsluiten. Het vervelende van een programmarekening is, dat het achterom kijken is naar wat is geweest, een voldongen feit, waar we niets meer aan kunnen veranderen. We moeten het verlies dus eenvoudigweg nemen. Zo geredeneerd zou de programmarekening direct naar de besluitnemende raad kunnen. Maar gezien de enorme omvang van het verlies, zou dat niet terecht zijn en hebben we behandeling in de meningsvormende raad mede gesteund.

Het overgrote deel van het verlies heeft echter te maken met eenmalige en dus incidentele lasten. In het afgelopen jaar zijn een aantal investeringen gedaan, met name in het wegenonderhoud zoals de Baambrugse Zuwe, die wel veel geld kosten, de reserves leeghalen, maar dat is geen geld over de balk smijten. Een gemeente die niet in zijn infrastructuur investeert, gaat daar de nadelen vanzelf van merken. Hiermee was ook begroot en voor die investeringen hadden we ook gespaard.

De grootste tegenvallers komen voort uit het onderzoek naar de grondexploitaties door  DHV vorig jaar. In de afgelopen maanden heeft het college in overleg met de raad nagedacht over de wijze waarop de gevolgen van dat onderzoek verwerkt zouden moeten worden. De oplossingen daarvoor en de gevolgen daarvan voor onze reservepositie zijn in de raad van eind maart besproken. Het afboeken van ongeveer 8 miljoen euro als gevolg van tegenvallende grondexploitaties is dus geen nieuws.

Maar als we ons de persberichten van september vorig jaar nog voor de geest halen: toen spraken we van verliezen in de orde van 15 tot 23 miljoen euro. We zijn op creatieve wijze in staat geweest om de projectenportefeuille zo aan te passen, dat we dit potentieel verlies tot mee dan de helft hebben teruggebracht. En dat is een compliment naar college en raad waard. Ik wil dus, zonder het schrikbarende bedrag van 12 miljoen te bagatelliseren, toch positief eindigen en de tevredenheid van onze fractie uitspreken over de voortvarende wijze waarop de grondexploitatieproblemen zijn aangepakt. Een compliment voor college en ambtelijke organisatie waard.

Tot slot: zoals gebruikelijk heeft een raadswerkgroep de afgelopen maand de programmarekening nauwkeurig doorgenomen en op de verschillende onderdelen goede extra toelichting gekregen. Een compliment voor de ambtenaren, die in korte tijd de lange reeks vragen van die commissie goed konden beantwoorden. Het eindrapport van de commissie bevat nu nog twee concrete aanbevelingen. Eén aanbeveling betreft het beter inzichtelijk maken van risico’s op garantstellingen. De tweede heeft feitelijk met de inhoud van de programmarekening niets van doen, maar gaat in op het proces van de controle, naar aanleiding van terecht kritische vragen van Ronde Venen Belang. Het lijkt mijn fractie voor de hand liggen, dat het college positief tegenover beide aanbevelingen staat en ik zie dat vanavond graag door de portefeuillehouder bevestigd worden.