De fractie van de ChristenUnie-SGP vindt de Nota Kernenbeleid een goede uitwerking vindt van wat geschreven staat onder programma 9 in het beleidsplan. Het is een helder kaderstellend stuk waarin een koers wordt uitgezet over de aanpak en de werkwijze vanuit dit gemeentehuis en vanuit het college.

Tijdens de commissievergadering Inwoners en Samenleving bleek dat er over de inhoud ook goed overleg heeft plaatsgevonden met de vertegenwoordiging van dorpsraden en wijkcomités. De heer Van den Hoek legde daar getuigenis van af en het was goed om te horen dat de bestaande dorpsraden en wijkcomités hiermee aan de slag willen. Volgens ons is dit het belangrijkste, omdat het kernenbeleid handen en voeten moet krijgen op zo een manier dat de inwoners van de acht kernen zich erkend en herkend weten door het gemeentebestuur en door de ambtelijke organisatie. In de eerste plaats betekent dat oog hebben voor de verschillende eigenheden, de eigensoortige problemen en de eigen wensen binnen de verschillende kernen. Het is daarom goed dat in het voorstel geschreven wordt over halfjaarlijkse evaluatiebijeenkomsten gedurende de huidige raadsperiode.
Op die manier kan ook beoordeeld worden of de goede weg bewandeld wordt. Als dat niet het geval is en er praktische problemen opdoemen dan moet men ook niet schromen om het beleid bij te stellen.

De ChristenUnie-SGP is ook verheugd over de opgesomde resultaten die eind 2014 een feit moeten zijn. Die zijn meetbaar en na realisatie kunnen die een goede bijdrage leveren aan een actief beleid per kern. Aanvankelijk plaatste de fractie wat vraagtekens bij de te maken staalkaarten. In het raadsvoorstel wordt nu concreter aangegeven wat daarmee wordt bedoeld. Een opsomming van voorzieningen, het woningbestand en de samenstelling van de bevolking in de verschillende kernen, maar gelukkig geeft die staalkaart ook een overzicht van sociaal-maatschappelijke activiteiten aan en van waarneembare zaken als groen en verkeer enzovoorts.
Onder dat enzovoorts zou men ook het monumentale karakter van verschillende kernen kunnen noemen. In overleg met de bewoners kan daar dan een bepaalde waarde aan worden toegekend.

Naar die toegekende waarde van de verschillende kernen is de fractie dan te zijner tijd zeer venieuwd.
Vaak bevatten staalkaarten verschillende kleuren, maar als men die kaarten samenvoegt en in
elkaar over laat gaan, dan kan er een kleur ontstaan waarvan men meent dat dit bij de gemeente past. Sterker nog, wellicht kan dan gezegd worden dat dit ons eigen karakter is. Het is dan zaak voor het gemeentebestuur om in nauwe samenspraak met de dorpsraden en wijkcomités die kleur gestand te houden.