Mijn fractie zal dit voorstel niet steunen. Het idee achter deze website is niet slecht, als je nog niets hebt. Maar dat is niet het geval. De gemeente heeft al de nodige communicatie-mogelijkheden zoals bijvoorbeeld het “Meldpunt Openbare Ruimte” op de gemeentelijke website en de servicelijn. En volgens het memo van het college werkt dat goed.

Daarom zien we veel meer in de denkrichting van het college om te bezien op welke manier de mogelijkheden van deze website in onze dienstverlening geïntegreerd kunnen worden.

Wat wij vooral belangrijk vinden, is dat de gemeente sinds een paar jaar actief bezig is met kernenbeleid en in dat kader met het opnemen of opzetten van wijkcomités binnen dat beleid. In de meeste kernen is inmiddels een wijkcomité of iets vergelijkbaars actief of opgestart. Een aantal van deze comités heeft ook een eigen communicatieplatform opgezet. Mijn fractie ziet dus veel meer in het actief versterken van deze comité als sparringpartner voor de gemeente waarbij zij ook actief aan de gang kunnen met initiatieven uit de betreffende kern of wijk.

Het inzetten van deze website creëert namelijk een bypass om de wijkcomités heen en geeft een verdere versnippering van de communicatie en daarmee een uitholling van de functie van deze wijkcomités.

Is er dan niets te verbeteren? Jawel en ik zal een paar voorbeelden noemen:

• Actief updaten van de informatie over de wijkcomités op de gemeentelijk pagina te beginnen met een button op de homepage en vervolgens een actieve link naar de websites van deze wijkcomités. Dat is nog zeker niet in alle gevallen zo (bv InVinkeveen en WilnisKlopt ontbreken).
• Waar nodig ondersteunen van wijkcomités om een website te realiseren of die via de gemeentelijke pagina te realiseren
• Actief promoten van de wijkcomités en hun communicatiemiddelen.
• Faciliteren (ook financieel) van de communicatie-activiteiten (zoals bijvoorbeeld inwonersavonden, mailings, etc…)

Mijn fractie ziet liever dat het college daarop insteekt en eventuele budgetten daarvoor gebruikt.

Wij kunnen ons dan ook vinden in de reactie van het college via de memo van 16 april. Jl.