Visie legakkers
Al groot aantal jaren loopt de discussie over het behoud van de legakkers in de Vinkeveense Plassen. Onder andere door de Vereniging van Eigenaren van de Legakkers is gepleit voor een beleid waarmee (door beperkte bebouwing toe te staan) eigenaren gemotiveerd worden om de legakkers te conserveren. In 2011 zijn we daarom onder andere met onze statenfractie op werkbezoek geweest bij deze vereniging ). In goede samenwerking met belanghebbenden is er nu een visiedocument ontstaan, dat in de vergadering van april aan de raad werd voorgelegd. Ons raadslid Hoogenhout heeft ons standpunt hierover als volgt verwoord.
Klik hier voor het artikel dat we plaatsten over het werkbezoek van 2011.
Als we vanavond de voorliggende toekomstvisie op de legakkers in de Vinkeveense Plassen vaststellen, mijnheer de voorzitter, hebben we een instrument in handen om straks een passend bestemmingsplan en een daarbij behorend beeldkwaliteitsplan vast te stellen dat behoud van de legakkers kan borgen.
De ChristenUnie/S.G.P.-fractie hecht grote betekenis aan het feit dat de toekomstvisie tot stand is gekomen in goed overleg met verschillende belangengroepen en buurtbewoners. Er is daardoor, zo mogen we aannemen, een breed draagvlak aanwezig.
Natuurlijk zijn er na vaststelling van de toekomstvisie nog heel wat problemen, die opgelost moeten worden, niet in de laatste plaats de financiering van het onderhoud, lees het beschoeien van de legakkers. Maar eerste mogelijkheden daartoe (bijvoorbeeld door bepaalde legakkers die nu nog publiek eigendom zijn, onder voorwaarden te verkopen aan particulieren) worden in de toekomstvisie aangegeven. Niet onbelangrijk hierbij is, dat we na vaststelling van de toekomstvisie, ook een instrument in handen hebben voor de onderhandelingen met de gemeente Amsterdam over het bepalen van de afkoopsom bij uittreding uit het recreatieschap. Maar, de financiën blijven een zorgenkindje. Wij hebben daarom sympathie voor het amendement van de CDA-fractie, maar vragen ons bij haar voorstel wel af de uitvoering van het plan af te laten hangen van de financiële dekking. De vraag is namelijk wat met ‘plan’ bedoeld wordt, want in de toekomstvisie wordt ook gesproken over de voorwaardelijke verkoop van legakkers aan particulieren die geld genereert voor onderhoud van de legakkers.
Natuurlijk kun je nog wel enkele kanttekeningen plaatsen bij de nota. Bijvoorbeeld of er voldoende aandacht is voor de natuurwaarden. En de gevolgen voor de waterkwaliteit bij het laten verdwijnen van de legakkers. De markering van verwaaide of ondergelopen legakkers en de verwijdering van asbestbeschoeiingen. En zo zijn er misschien nog wel meer voorbeelden te noemen. Dat zijn echter zaken die bij de uitvoering en het bepalen van voorwaarden later aan de orde moeten komen.
Maar, voorzitter, het doel is op verantwoorde wijze de legakkers te behouden voor de toekomst.
De toekomstvisie geeft naar onze mening voldoende mogelijkheden om dit doel te bereiken.
De fractie van D66 vraagt met haar amendement aanzienlijk meer onderzoek die vooral te maken hebben met de uitvoering. Ze wil de nota alleen maar voor kennisgeving aannemen. Dan wordt er dus geen beleid bepaald en blijven we voorlopig doormodderen zoals tot nu toe gedaan is. Bij de het opstellen van het bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan moeten de legakkers speciale aandacht krijgen. Dat is een open deur. Het gaat erom nu te bepalen in welke richting we denken en daar dan rekening mee te houden bij de opstelling van een bestemmingplan en een beeldkwaliteitsplan. De toekomstige organisatie en financiering van de taken van het Recreatieschap Vinkeveense Plassen afwachten moeten we sowieso, want het schap wordt opgeheven. Voor een goed onderhandelingsresultaat met uittreder Amsterdam is het juist goed om deze toekomstvisie vandaag vast te stellen. We kunnen dan een belangrijke kostenpost duiden die mede de afkoopsom kan bepalen.
Wij plaatsen vraagtekens bij de motie van de fractie van Ronde Venen Belang over de waterkwaliteit van de Vinkeveense Plassen. De inhoud van de motie is toegespitst op de gevolgen van het defosfateren van de Vinkeveense Plassen in relatie tot de visstand. In de allereerste plaats voorzitter, is dit een verantwoordelijkheid van de waterbeheerder, zijnde het waterschap Amstel, Gooi en Vecht. De gemeente gaat daar dus niet over. Toch een enkele opmerking hierbij.
Defosfateren van inlaatwater betekent: schoner water in de Botshol en in de Vinkeveense Plassen.
Dat gebeurt thans op evenwichtige en daardoor verantwoorde wijze. De maatregel past in de doelstellingen van de Kader Richtlijn Water (die eist deze zelfs als dat voor helderder water nodig is) maar ook in die van Natura 2000.
Een van de gevolgen van defosfateren is minder bodem woelende vis (witvis, brasem en karper). Aan de andere kantkrijgen meer soorten waterplanten daardoor de kans om zich te vestigen en te handhaven.
Defosfateren is noodzakelijk omdat de Vinkeveense Plassen zich kenmerken door een grote wegzijging van water naar de diepe polder Groot Mijdrecht (4 mm. per etmaal). Hierdoor is er een constante grote aanvoer van water nodig om de plassen op peil te houden en die moet gedefosfateerd worden. Er is nog steeds een ruime aanvoer van fosfaat over o.a. doordat het reservaat Demmerik, het land achter Demmerik dat een plassenpeil heeft, een open uitwisseling heeft met de plassen.
De defosfatering heeft een vermindering van de hoeveelheid fosfaat die per tijdseenheid naar de plassen stroomt, de zogenaamde fosfaatvracht, tot gevolg. Bij deze aanpassing van de fosfaatvracht ontstaat helder water in met name de Kleine Plas en de Zuidplas.
Bij dit heldere water gedijen waterplanten, vissen en waterdiertjes. Dat zijn andere vissen en diertjes dan die in troebel water voorkomen. Er ontstaat dus een plek voor een andere leefgemeenschap van dieren.
Onderzoek in de Nieuwkoopse Plassen heeft overigens uitgewezen dat het defosfateren geen noemenswaard negatief effect heeft op de visstand.
- Labels
Reacties op 'Visie legakkers'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.