Bij de behandeling in de commissie van 13 juni jl. meldde de wethouder “blij en trots” te zijn met deze programmarekening. Hij kan een positief saldo van ca 8,5 ton melden.
Wij begrijpen zijn enthousiasme en gunnen hem zijn succes, zeker als je ziet met welke sombere verhalen het college sinds medio 2011 ons heeft bestookt.
Maar bij dit succes zijn wel wat kanttekeningen te plaatsen.

1. Het saldo had nog veel positiever kunnen zijn, als we geen verliesvoorziening voor grondexploitaties hadden hoeven nemen. En die zijn ook in de toekomst niet ondenkbaar. Wel rekenen we er op dat misrekeningen ala Winkelbuurt van de categorie “eens maar nooit meer” zijn.
2. De voordelen die onder andere het verlies van ca 2 miljoen voor afwaarderingen goedmaken, zijn allen incidenteel: eenmalig dus en geen garantie voor de toekomst. 
3. Wat ons daarbij op is gevallen, is dat ca 1,6 miljoen aan meevallers te maken hebben met programma’s in (wat ik maar noem) het sociaal gebied. Daarvan is ruim 4 ton direct gerelateerd aan individuele voorzieningen: zeg maar het WMO-veld.

Laat onverlet, wij zijn blij met de wethouder, dat we deze plus in ieder geval hebben.

Verder is mijn fractie tevreden over de reactie van het  college op zowel de adviezen van de accountant als de aanbevelingen van de werkgroep programmarekening.

Een paar weken geleden werden de fractievoorzitters door de afdeling communicatie benaderd om een bijdrage te leveren aan de speciale bijlage bij de Groene Venen over de wijzigingen in het sociaal domein. We werden gevraagd een reactie te geven op de vraag “'De zorg voor kwetsbare inwoners komt in goede handen bij de gemeente”.  Ik heb mijn bijdrage afgesloten met de volgende zin: “De stelling waarmaken, zal dus niet meevallen. Uiteraard zal de ChristenUnie-SGP de ontwikkelingen nauwlettend blijven volgen om dit uitgangspunt zo goed mogelijk waar te maken”.

Dat, meneer de voorzitter, is precies de motivatie achter het amendement dat we in willen dienen. De gemeente gaat de komende jaren een groot takenpakket erbij krijgen. De omvang daarvan omvat ca 20-25% van onze begroting. De spelregels en de exacte financiering is nog onduidelijk. Dit is ook voor het college een punt van zorg, want dat spreekt zij ook uit in de voorjaarsnota.

Om die reden stellen wij voor om een bescheiden buffer op te bouwen in de vorm van een Reserve Sociaal Domein. Bescheiden, omdat we deze reserve alleen voeden als er een positief jaarresultaat is en alleen met overschotten uit het sociaal domein. Daarom stellen wij ook voor om voor dit jaar uitsluitend de overschotten uit het WMO-veld hiervoor te bestemmen. De reserve blijft bescheiden omdat we die limiteren. Maar hierdoor hebben we, zeker in de aanloopjaren, wat extra financiële ruimte om de taak zorgvuldig uit te voeren. Wij vinden dat vanuit het oogpunt van risicobeheersing en voorzichtigheidsprincipe een verstandige keuze.
 

Naschrift: hoewel de wethouder het amendement ontraadde en in eerste instantie er niet veel steun voor leek te zijn, hebben we het amendement toch in stemming gebracht. Bij de stemming bleek de uitslag 12 tegen en 12 voor te zijn (3 raadsleden waren afwezig). Daarmee staken de stemmen en moet het amendement in september opnieuw in stemming gebracht worden. De programmarekening zelf moet echter wel nu vastgesteld worden in verband met wettelijke termijnen. Dat is gebeurd onder voorbehoud van de resultaatbestemming afhankelijk van de uitkomst van de herstemming in september over het amendement.

Gekoppelde documenten

	Titel	Bestandsgrootte	MIME-type
	ACUSGP201306-01-ReserveSociaalDomein	53,2 kB	application/pdf