Toegang Sociaal Domein

donderdag 30 oktober 2014 14:50

Met het oog op de nieuwe taken die de gemeente per 1 januari krijgt, moeten de nodige beleidsstukken en verordeningen vastgesteld worden. Als één van de eerste beleidsstukken is in de raad van 30 oktober besloten over de toegang tot voorzieningen. De gemeente gaat werken met vier sociale wijkteams, die straks verantwoordelijk worden voor meer dan 2500 indicaties. De fractie van de ChristenUnie-SGP heeft daar het volgende van gezegd.

Laat ik beginnen met te zeggen, dat mijn fractie ervan overtuigd is, dat dit college en de ambtelijke organisatie er alles aan doet om de voorbereidingen op de decentralisaties goed uit te voeren. Wethouder Spil heeft bij herhaling aangegeven, dat de gemeente op tijd klaar is en op 1 januari klaar staat om de zorg te leveren die gevraagd wordt. Vooralsnog gaan wij ervan uit, dat het college die belofte gewoon waar gaat maken. Dat is een kwestie van vertrouwen.

Vanavond nemen we besluiten over de aanpak rondom het verkrijgen van zorg. Waar moet de inwoner zijn en hoe wordt hij geholpen. Dit college steekt in op een model van vier multifunctionele wijkteams en de inzet van de servicepunten. De ervaringen van de pilots worden daarin meegenomen en die laten zien dat er nog wel wat moet gebeuren aan kennisopbouw en opdoen van ervaring. Het voorgestelde model ten aanzien van de indicaties (advies van de professional, besluit in de gemeentelijke organisatie) lijkt ons vooralsnog de aangewezen weg. Wel zijn wij nog benieuwd of de wethouder al een reactie kan geven op onze suggestie eerder deze maand om te werken met drie wijkteams voor reguliere aanvragen en één specialistisch team voor, wat ik voor het gemak maar noem, “complexe gevallen”.

Vervolgens hebben wij een aantal concrete aandachtpunten, waarbij wij de wethouder om een standpunt vragen dan wel die de praktische uitvoering raken. Voor een deel raken die punten overigens de volle breedte van het sociaal domein en zijn ze dus ook op de uitvoering van de jeugdhulp, de WMO en de participatiewet van toepassing. Aangezien deze wethouder tevens coördinerend wethouder is, lijkt het mij goed om deze punten bij dit onderwerp mee te nemen.

Allereerst de clientondersteuning. Die wordt verzorgd door MEE, echter MEE maakt ook deel uit van het wijkteam. Hoe professioneel ook, dat kan de vragen oproepen bij cliënten omtrent die onafhankelijkheid. In dat verband is uw beantwoording van onze vraag naar de onafhankelijkheid van MEE ook merkwaardig “MEE zal een onafhankelijk professioneel advies geven vanuit het sociaal wijkteam aan de gemeente”. Is het geven van een advies aan de gemeente in uw ogen hetzelfde als cliëntondersteuning? En hoe verhoud zich de rol van MEE als onafhankelijke clientondersteuner ten opzichte van diezelfde MEE die dus een adviseur van de gemeente is? Nog afgezien van het feit, dat MEE (voor zover wij weten) zich tot nog toe wel met de WMO en AWBZ zorg bezig heeft gehouden, maar niet met jeugdzorg en daar de expertise mist. Dat pleit voor een meer open beleid ten aanzien van cliëntondersteuning. In concreto: als een cliënt zich door een andere partij wil laten ondersteunen, dan moet dat kunnen. Kan de wethouder dat bevestigen? En is de gemeente bereidt die ondersteuning, indien nodig, ook te financieren?

In het verlengde ligt wat ons betreft de cliëntparticipatie. Op onze vragen hierover stelt het college dat men een mogelijk samengaan van WMO-raad, JAC en Cliëntenplatform wil onderzoeken. Op dit moment is alleen een advies over de toegang van de WMO raad beschikbaar, niets van de JAC, niets van het clientenplatform en ook geen adviezen over het Beleidsplan Jeugd of het concept WMO beleidsplan. Het probleem met een dergelijk formele advieslijn is, dat het een te bureaucratisch proces is. Men krijgt een kant en klaar voorstel, een betrekkelijk korte tijd om te reageren, er is dan onvoldoende mogelijkheid en tijd om achterbannen te raadplegen en er ontstaat dan een advies met een beperkte waarde. We zien dat eigenlijk ook al het genoemde advies van de WMO raad. Eén van de slotzinnen “We voorzien veel problemen op allerlei gebied. Dit maakt het moeilijk om tot een compleet advies te komen” is wat ons betreft veelzeggend.

Mijn fractie ziet veel liever een directe en continue betrokkenheid van zorggebruikers en hun belangenorganisaties. Wij hebben daarbij een dynamische netwerk-model voor ogen waarin niet zozeer formeel advies gevraagd wordt, maar waarbij (zeker in het eerste jaar) op regelmatige basis de ontwikkelingen en de knelpunten met deze belanghebbenden geëvalueerd wordt, zodat de uitvoering van beleid kan worden bijgesteld. Die zorggebruikers zijn namelijk ook professionals geworden. Kan het wethouder bevestigen dat dit model meegenomen wordt in de wijze waarop cliëntparticipatie nader vorm gaat krijgen? Wij stellen voor om de clientparticipatie-aanpak voor 1 januari nog met de raad te bespreken.

Waar wij ons nog wel enige zorgen overmaken is het gemak waarmee uitgegaan wordt van eigen kracht en het eigen netwerk. Dat is er niet altijd; mensen zitten soms, (vaak juist vanwege hun beperkingen), al in een isolement. Waar het kan, is het mooi als er een eigen netwerk-ondersteuning is. Maar waar het niet kan, moet dat ook duidelijk zijn en geaccepteerd worden. Daarbij bestaat ook het risico van, wat ik maar noem “verborgen weerstand”. Sommige mensen zijn nu eenmaal niet in staat om voldoende voor zichzelf op te komen. Ouderen, die opgegroeid zijn in en veel meer gezagsgetrouwe cultuur dan nu het geval is, of mensen met psychische problematiek zullen niet snel kritische vragen stellen aan het wijkteamlid die vertelt dat meneer of mevrouw vooral het eigen netwerk moet aanspreken.  Laat duidelijk zijn; dit is geen beschuldiging aan het adres van de wijkteams zoals ze nu opereren; maar een oprechte zorg voor kwetsbare mensen en mijn verzoek aan het college is, om hier bij de uitvoering goed rekening mee te houden.

In het verlengde daarvan; we hebben vragen gesteld over de workload voor de wijkteams. De beantwoording geeft aan dat men rekent met face-to-face gesprekken. Dat betekent dus geen telefonische “keukentafelgesprekken”. Kan de wethouder bevestigen dat voor alle indicaties en herindicaties inderdaad persoonlijke gespekken op locatie worden gevoerd.

Het college rekent met een gespreksduur van ongeveer 1 uur. Maar er is ook tijd nodig om een gesprek voor te bereiden, te plannen en te verwerken. Dat gaat ons inziens niet in dat ene uur lukken. Andere gemeentes noemen al een tijdbeslag dat een veelvoud hiervan is. Gezien dat tijdbeslag en de omvang van het aantal indicaties vragen wij ons af, of dat binnen de capaciteit van vier wijkteams gaat passen. Heeft het college nu echt een goed beeld van de benodigde capaciteit?

In onze vragen, maar ook tijdens de diverse bijeenkomsten in de achterliggende maanden hebben we aandacht gevraagd voor de privacy. We begrijpen dat er daadwerkelijk een privacy protocol komt en dat de ICT privacy proof ingericht wordt. Kan de wethouder ons toezeggen, dat dit privacy-protocol en de ICT-aanpak voor het eind van dit jaar met de raad besproken wordt?

De ChristenUnie-SGP geeft ook graag gelijk een kader hiervoor mee. Het college heeft in de beantwoording aangegeven “De klant wordt tijdens het keukentafelgesprek ook altijd gevraagd akkoord te gaan met gegevensdeling (handtekeningformulier). Hier wordt ook bij vermeld met wie informatie gedeeld wordt”. Op zich de goede insteek, maar er zal voorkomen moeten worden, dat de cliënt zich gedwongen voelt om dat formulier te ondertekenen indien hij of zij het met de inhoud niet eens is. De cliënt kan in een kwetsbare en afhankelijke positie verkeren en niet de durf hebben om zich hierover uit te spreken. Zorgvuldigheid is hier vereist en de ChristenUnie-SGP gaat ervan uit dat dit dan ook in het protocol verwerkt wordt.

In de beantwoording van onze vragen heeft het college bij ons de suggestie gewekt niet zeker te zijn van de rol van de wijkverpleegkundige: “Het risico is dat de zorgorganisaties die nu participeren in de sociaal wijkteams (Careyn en Thuiszorg Zonnehuisgroep Amstelland) vanaf 1 januari 2015 niet de opdracht krijgen om de S1 te verzorgen in De Ronde venen”. We weten dat de wethouder inmiddels goede connecties heeft met Achmea, dus zal zij hier inmiddels uitsluitsel over kunnen geven?

Ten aanzien van de communicatie geeft het college aan dat “het informeren van cliënten een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente en zorgaanbieders is”. Wij zijn het hiermee eens. De gemeente pakt dat nu op, onder andere door de wekelijkse zorgvraag en het hanteren van een informatienummer, naast de nog steeds beschikbare servicepunten. Daarnaast is, mede nadat  de ChristenUnie-SGP daar nadrukkelijk om gevraagd heeft, de “Zorg2015-“button op de homepage van de gemeente geplaatst, waardoor inwoners direct bij de relevante informatie komen. Wij rekenen erop dat het college deze pro-actieve communicatie blijft volhouden. Daarbij hoort ook dat mensen snel en makkelijk contact kunnen opnemen met de wijkteams of de professionals daarin (bijvoorbeeld bij de jeugdhulp). Hoe gaat u namen, adressen, telefoonnummers etc… communiceren en daarmee de toegang zo laagdrempelig mogelijk maken?

Tot slot sta ik nog stil bij het tweede beslispunt in het raadsvoorstel. Dit is, na kritische vragen van onder andere het CDA, nu gewijzigd. Toch geeft ook deze formulering een ongelukkig gevoel. De formulering “naar een transformatie van de financiering van zorg” suggereert een exclusieve nadruk op de financiën. En hoe belangrijk ook; de nadruk zou allereerst moeten liggen op goede zorg en vereenvoudiging van de uitvoering. Mag ik van de wethouder horen of zij dat tweede beslispunt ook zo heeft bedoeld?

Labels

« Terug

Reacties op 'Toegang Sociaal Domein'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.