CU/SGP-fractie vraagt duidelijkheid van college inzake hun standpunt over de mogelijke herindeling

donderdag 30 november 2006 19:45

Vorige maand publiceerden wij een bericht op onze website over de herindelingsdiscussie die op dit moment plaatsvindt in onze regio. Terwijl de inkt van dit bericht nauwelijks droog was, ontstond een situatie die het voor onze fractie noodzakelijk maakte om hierover een interpellatie te vragen tijdens de raadsvergadering van 30 november 2006. Lees verder…

Allereerst iets over dat begrip interpellatie. Een interpellatie is een instrument waarmee raadsleden zelf een discussiepunt op de agenda van de raadsvergadering kunnen zetten.. Dit middel was in onze gemeente nog niet toegepast, dus had onze CU/SGP-fractie de primeur.

Maar nu; wat was er aan de hand. Zowel tijdens het vaststellen van het coalitie akkoord als bij het beleidsplan voor deze collegeperiode werd door raad en college vastgesteld, dat onze gemeente geen voorstander is van herindeling. Toen we eind november een verslag op tafel kregen van een bespreking van ons college met de Commissaris der Koningin (CdK) en de verantwoordelijke gedeputeerde stonden daar zinnen in die op zijn minst de indruk wekten, dat het college zelfstandig een heel ander standpunt innam, afwijkend van het standpunt van de meerderheid van de raad. Uit het verslag kon je aflezen dat college en ambtelijke organisatie wel oren hebben naar een herindeling (“… het niet aantrekkelijk zouden vinden om buiten een herindeling te blijven …”). Hierover wilden we opheldering. Vandaar de interpellatie, die werd ingeleid door onze fractievoorzitter met het onderstaande betoog (bijlage 1).

Na een tumultueuze behandeling die al snel niet meer over de kern van onze vraag ging, maar alle facetten van een eventuele herindeling behandelde, werden ons al snel twee zaken duidelijk:

  • het college snapte niet (of wilde niet snappen) wat nu precies het probleem was. Naar hun oordeel zat er geen licht tussen de terughoudendheid in het coalitieakkoord en beleidsplan enerzijds en de stellingname tijdens dat betreffende gesprek met de CdK en de gedeputeerde anderzijds.
  • de coalitiepartijen CDA en RVB bleken eerder geuite ferme taal tegen een herindeling niet door te zetten en konden uiteindelijk zoveel begrip voor het college konden opbrengen, dat een door ons ingediende motie (zie hieronder, bijlage 2) door hen niet kon worden gesteund. Deze fracties hebben zich duidelijk door het college terug laten fluiten.

Uiteindelijk hebben we de motie ingetrokken, door gebrek aan steun hiervoor. Maar de beoogde politieke helderheid is wel verkregen: De conclusie van dit debat is, dat de aanvankelijk door verschillende fracties betrokken stellingen tegen een herindeling bepaald niet erg hard zijn. Toen puntje bij paaltje kwam bleken de knieën niet echt sterk. Als het college echt iets wil, is het zeer de vraag of de raad daar veel verzet tegen zal hebben.

Voor de goede orde; het standpunt van de CU/SGP-fractie over herindeling kunt u lezen in ons websitebericht van 27 november jl.

We wachten de ontwikkelingen dan ook met bijzondere belangstelling af.


Tijdens de raad uitgesproken motivatie voor het interpellatiedebat

 

Interpellatie ARHI                              (raadsvergadering 30 november 2006)

 
MdV,

Zoals vermeld in onze aanvraag voor deze interpellatie is het onderwerp hiervan de herindelingsprocedure (ARHI) waarin wij ons als gemeente bevinden en is de directe aanleiding het verslag dat wij hebben ontvangen van het overleg op 26 oktober 2006 van het college van Gedeputeerde Staten van Utrecht (vertegenwoordigd door commissaris Staal en gedeputeerde Lokker) met ons voltallig college. En dan toegespitst op twee passages uit dit verslag. In de eerste passage geeft het college aan “…De opvatting van de raad wijkt af van die van het college en de ambtelijke organisatie…”. In de tweede passage vraagt de heer Staal hoe het college aankijkt tegen een variant waarbij De Ronde Venen buiten een herindeling zou blijven, waarop van de ziide van het college wordt geantwoord “… dat dat voor het college geen aantrekkelijk scenario is…”.

Deze passages hebben ons zeer verbaasd en vragen op z’n minst om nadere opheldering en duiding. Primair van het college, maar vervolgens ook van diverse fracties in deze raad. Een interpellatie is het aangewezen middel om deze opheldering te verkrijgen.

Laat ik twee dingen voorop stellen om af te bakenen waar dit interpellatiedebat wat ons betreft niet over zou moeten gaan:

  1. In de eerste plaats is dit volgens ons niet het moment voor een inhoudelijke discussie over de verschillende herindelingsvarianten. Daar komen andere gelegenheden voor. Het gaat ons nu om de eigen stellingname van het college in het genoemde overleg;
  1. In de tweede plaats is ook onze fractie zeer bekend met het feit, dat bij gemeenten het dualisme is ingevoerd en dat raad en college ieder eigen taken en verantwoordelijkheden hebben, ook in het kader van de wet ARHI. Ook daar hoeft het wat ons betreft dus niet over te gaan. Onze interpellatie gaat over de politieke verantwoordelijkheden binnen de geldende regelgeving en verhoudingen.

Dit gezegd hebbende kom ik nu tot de inhoud van onze interpellatie. En dan gaat het enerzijds over het coalitie-akkoord en anderzijds over de interne en externe communicatie.

 

I. Stellingname college in relatie tot coalitie-akkoord en beleidsplan

Na de verkiezingen is een coalitie-akkoord gesloten tussen CDA, RVB en VVD. Daarin is over de herindeling opgenomen: “Alhoewel onzerzijds geen pleidooi voor herindeling is te verwachten, vindt de coalitie het niet verstandig op voorhand de deuren dicht te doen.” De formulering “… dat van De Ronde Venen geen pleidooi voor een herindeling verwacht mag worden …” komt ook terug in de zogenaamde Statenbrief van GS aan Provinciale Staten van 13 juni 2006, die de start van de ARHI-procedure inluidt. Vervolgens komt dit punt aan de orde in het gemeentelijk beleidsplan “Samen sterk met onze inwoners”. De passage over de herindeling in het beleidsplan was volgens de fracties van CDA, RVB, VVD en ChristenUnie/SGP minder duidelijk dan het coalitie-akkoord, hetgeen aanleiding is geweest hierover vragen te stellen. Daarop heeft het college in de Reactienota bij het Beleidsplan expliciet aangegeven geen onduidelijkheid te zien en zich geheel te baseren op het coalitie-akkoord en aan te sluiten op de tekst in de Statenbrief.

Kortom, samenvattend: In coalitie-akkoord en beleidsplan staat centraal, dat van de gemeente De Ronde Venen geen pleidooi voor een herindeling te verwachten is. Dat coalitie-akkoord is de basis voor de vorming van dit college en het beleidsplan is het richtinggevende kader voor het bestuur van deze gemeente op dit moment. Dan kan het college het toch niet maken om in het overleg met GS opeens als standpunt te verkondigen, dat het voor dit college geen aantrekkelijke optie is om buiten een herindeling te blijven?

 

II. Interne en externe communicatie door college over eigen stellingname

Hiervoor heb ik uiteengezet, dat wij ons toch ernstig afvragen hoe de stellingname van het college nog te rijmen valt met het coalitie-akkoord en beleidsplan. Maar daarnaast heeft het ons ook zeer verbaasd, dat wij van deze stellingname op de hoogte worden gebracht via een provinciaal gespreksverslag. Waarin nota bene met zoveel woorden wordt gezegd, dat de raad een afwijkend standpunt heeft van het college en de ambtelijke organisatie.

Het beleidsplan “Samen sterk …” benadrukt onder meer als speerpunt dat we de inspanningen van raad, college en ambtelijke organisatie niet naast elkaar moeten laten plaatsvinden, maar juist met elkaar moeten verbinden en op elkaar moeten laten aansluiten om een zo groot mogelijk resultaat te bereiken. Dat heeft onze fractie ook van harte onderschreven. Maar daar komt in dit geval bitter weinig van terecht. En naar buiten toe, in dit geval richting provincie, wekt een dergelijke verdeelde uitstraling uiteraard ook bepaald geen sterke indruk. Wij betreuren dat zeer.

 
Conclusie/afronding

Vanuit de raad is steeds helder geweest, dat er geen draagvlak was voor meer dan een terughoudende stellingname jegens een herindeling. Als het college en/of de ambtelijke organisatie daar niet gelukkig mee is, dan moet daarover eerst intern expliciet en open met elkaar gesproken worden, met respect voor ieders eigen verantwoordelijkheid. Politiek en bestuurlijk zijn een coalitie-akkoord en beleidsplan daarbij belangrijke ijkpunten. Nu bekruipt ons het gevoel, dat college en/of ambtelijke organisatie “… tussen de regels door de ruimte op willen rekken en zoeken een eigen koers te gaan…”. Dat lijkt mij niet de bedoeling te kunnen zijn.

 

Concreet leidt dit alles dus tot de volgende vragen aan het college:

  • Hoe verhoudt de stellingname van het college in het gesprekverslag zich tot het coalitie-akkoord en het beleidsplan met bijbehorende reactienota?
  • Wanneer en hoe heeft het college besloten tot deze stellingname en waarom is dit niet met de raad gecommuniceerd?

Aansluitend daarop zijn wij evenzeer geïnteresseerd in de reacties van de collegepartijen en de andere fracties hierop.

Afhankelijk van de beantwoording door het college en de reacties van de andere fracties overwegen wij de indiening van een motie in de tweede termijn van onze interpellatie.

 
Ingediende motie
 

De gemeenteraad van de gemeente De Ronde Venen,

in vergadering bijeen op donderdag 30 november 2006,

gehoord het interpellatiedebat naar aanleiding van het gespreksverslag inzake het ARHI-overleg op 26 oktober 2006 tussen Gedeputeerde Staten van Utrecht en Burgemeester en Wethouders;

o v e r w e g e n d e    d a t
 

  • In het coalitie-akkoord en het beleidsplan gekozen is voor een terughoudende koers, inhoudende dat van de gemeente De Ronde Venen geen pleidooi voor een herindeling te verwachten is;
  • Het beleidsplan benadrukt, dat inspanningen van raad, college en ambtelijke organisatie zoveel mogelijk met elkaar verbonden en op elkaar aangesloten moeten worden voor een zo groot mogelijk resultaat.


i s   v a n   m e n i n g   d a t

  • Het college in de stellingname blijkens het gespreksverslag van 26 oktober 2006 tekort heeft geschoten voor wat betreft het eenduidig uitdragen van het gemeentelijk herindelingsstandpunt conform het coalitie-akkoord en het beleidsplan;
  • Het college in de wijze van opereren, c.q (niet vooraf) communiceren met de raad over de eigen stellingname blijkens het gespreksverslag van 26 oktober 2006 tekort heeft geschoten.
 

d r a a g t   h e t   c o l l e g e   o p

 

de eigen stellingname in afwijking van het coalitie-akkoord en beleidsplan blijkens het gespreksverslag van 26 oktober 2006 te herroepen en zich te conformeren aan één gemeentelijk herindelingsstandpunt, dat van de gemeente De Ronde Venen geen pleidooi voor een herindeling te verwachten is;

 

en gaat over tot de orde van de dag

 
wg
H.W. Palm                   C.F. Schouten
 
  
Labels

« Terug

Reacties op 'CU/SGP-fractie vraagt duidelijkheid van college inzake hun standpunt over de mogelijke herindeling'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.