Participatiewet

donderdag 18 december 2014 09:43

Naast de decentralisatie van de Jeugdhulp en de uitbreiding van de WMO met een aantal huidige AWBZ-voorzieningen, is de Participatiewet de derde grote decentralisatie. In de vergadering van 18 december heeft het college het beleidsplan en de bijbehorende verordeningen aan de raad voorgelegd.

Allereerst is het misschien goed om kort te schetsen waar het bij de Participatiewet over gaat door middel van een aantal citaten uit dat beleidplan.

“Op 1 januari 2015 krijgt de Wet Werk & Bijstand een nieuwe naam: Participatiewet. Samen met die naamswijziging wordt nog een aantal belangrijke wijzigingen in de wet doorgevoerd. Op dezelfde datum wordt de instroom in de Wet Sociale Werkvoorziening stopgezet en wordt de toegang tot de Wajong (Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten) beperkt tot jonggehandicapten die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Deze wetswijzigingen veroorzaken, samen met de economische omstandigheden en andere wetswijzigingen in de sociale zekerheid, een toename van het beroep op de Participatiewet”.

“De doelgroep waar de gemeente door de invoering van de Participatiewet verantwoordelijk voor wordt, is groter en complexer. De grotere verantwoordelijkheid voor gemeenten gaat niet gepaard met meer budget om mensen te ondersteunen bij hun deelname aan de arbeidsmarkt. We moeten meer mensen ondersteunen, met minder middelen en daarom moeten keuzes gemaakt worden”.

“De gemeente realiseert deelname aan de arbeidsmarkt niet, werkzoekenden en werkgevers doen dat uiteindelijk zelf. Wij verwachten van iedere werkzoekende bijvoorbeeld dat hij of zij zich naar vermogen inzet om werk te verkrijgen en werk te aanvaarden, zich naar vermogen inzet om zijn kansen op de arbeidsmarkt en loonwaarde te vergroten en gebruik maakt van de ondersteuning die daarbij kan helpen. De rol van werkgevers is cruciaal bij een succesvolle uitvoering van de Participatiewet. Van hen verwachten wij dat zij waar mogelijk gebruik maken van de talenten en capaciteiten van de doelgroep en hun loonwaarde ten behoeve van de organisatie zo goed mogelijk benutten. Als gemeente bieden wij daarnaast brede ondersteuning aan werkzoekende en werkgever. We zetten in op een gerichte werkgeversbenadering. Het gaat erom meer mensen langer bij de arbeidsmarkt te betrekken”.

De ChristenUnie-SGP fractie heeft het raadvoorstel als volgt beoordeeld.

Zoals ik in de commissie al heb aangegeven, het college heeft een duidelijk beleidsplan gepresenteerd. Zowel de problematiek als de te nemen maatregelen worden helder beschreven. Wat de ChristenUnie-SGP betreft een goede basis voor de uitvoering vanaf 1 januari aanstaande. De ChristenUnie-SGP fractie zal het raadsvoorstel dus steunen.

In het kader van de decentralisaties is de aandacht vooral uitgegaan naar de Jeugdhulp en de nieuwe WMO en heeft de participatiewet aanzienlijk minder media-aandacht krijgt. Toch is deze misschien wel de meest complexe van de drie decentralisaties gezien de vele aspecten, verordeningen, doelgroepen en de financiële beperkingen. De financiële impact van deze wet is aanzienlijk. In de voorstellen en beleidsstukken komt telkens het bedrag van het participatiebudget van ca 2 miljoen euro naar voren, maar als je het totale domein van de participatiewet beziet, dan blijkt uit de beantwoording van onze vragen, dit dat ruim 9 miljoen euro te omvat waar we zelf 3,7 miljoen euro aan gemeentelijke middelen aan bijdragen.

De grootste zorg zit wat mijn fractie betreft in de beperkte middelen voor het re-integratietraject. Het college wil de uitvoering met betrekking tot de re-integratie en het oude wsw-deel budgetneutraal uitvoeren. Daardoor blijft van de ca 2 miljoen participatiebudget nog maar 3,5 ton over voor de re-integratie voor een doelgroep van meer dan 400 mensen. Dat betekent, dat we elke inbreng en ondersteuning vanuit de samenleving kunnen gebruiken. Wij zijn wel benieuwd naar de concrete afspraken die tot nu toe al gemaakt zijn met bedrijven over bijvoorbeeld leerervaringsplaatsen of andere vormen van begeleiding naar werk.

Juist omdat de rol van het bedrijfsleven zo belangrijk is, hebben wij in de commissie ook het betrekkelijk nieuwe begrip Sociale Onderneming genoemd. Bekende voorbeelden zijn Tony’s Chocolonely, Return to Sender, Marqt, Fairphone, Taxi Electric en MyWheels. Sociale ondernemingen gaan verder dan het bekende Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Waar MVO één van de aspecten in de bedrijfsvoering van commerciële ondernemingen is, is het maatschappelijk belang het primaire doel bij een sociale onderneming. Bij sociale ondernemingen moet ook winst gemaakt worden, maar als middel om dat primaire doel te realiseren. Inmiddels zijn er in Nederland al meer dan 200 sociale ondernemingen actief, die in de komende jaren ook een belangrijke bijdrage leveren aan het terugbrengen van arbeidsgehandicapten en uitkeringsgerechtigden in het arbeidsproces. Dat wordt inmiddels in Den Haag ook onderkent, want eerder deze week is in de Tweede Kamer een motie aangenomen om sociale ondernemingen fiscaal extra te ondersteunen. Sociale ondernemingen kunnen dus ook voor de gemeente een belangrijke partner zijn en daarom dienen wij, samen met de PvdA/GL/LS,  een motie in waarin we het college vragen

  • om in de loop van 2015 te komen met een verkennende notitie Sociaal Ondernemerschap, met daarin een feitelijk overzicht van de stand van zaken van de sociale ondernemingen in onze gemeente en de regio (zowel het werkgebied van het werkbedrijf Groot Amsterdam als de provinciale regio waarbinnen PAUW bedrijven actief is) en de mogelijkheden voor de gemeente om deze sector te versterken;
  • in deze notitie ook aan te geven wat de stand van zaken is met betrekking tot ‘reguliere’ ondernemers die maatschappelijk gezien goed bezig zijn (bijvoorbeeld d.m.v. MVO of Fairtrade), en op welke wijze de overheid hen (nog meer) kan stimuleren.
  • In de notitie aan te geven op welke wijze het huidige aanbestedingsbeleid van De Ronde Venen ruimte geeft aan sociale ondernemingen en reguliere ondernemers met oog voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en fairtrade en welke mogelijkheden er zijn om dit te verbeteren;
  • Alsmede welke mogelijkheden er zijn om de Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO) als gunningcriterium op te nemen in aanbestedingen die niet vallen onder de Europese aanbestedingswet, zodat ondernemingen gestimuleerd worden gebruik te maken van de PSO


Zoals u ziet, gaat deze motie niet exclusief over sociale ondernemingen, maar richt ze zich ook op andere vormen van ondernemingen die Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in hun ondernemingsbeleid verankert hebben. We hopen dat andere fracties het belang van dergelijke ondernemingen voor de grote taak waar de gemeente voor staat ook onderkennen en deze motie zullen steunen.

Noot: de motie is helaas met 16 stemmen tegen en 11 stemmen voor verworpen.

Gekoppelde documenten
TitelBestandsgrootteMIME-type
MCUSGP201412-01-SociaalOndernemen01-V03172,4 kBapplication/pdfdownload
Labels

« Terug

Reacties op 'Participatiewet'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.