Subsidie Lokale Partijen

woensdag 24 april 2024 10:38

In maart kwam de Ronde Venen Belang kort voor de vergadering met een motie die opriep om actief te lobbyen voor meer subsidie voor lokale partijen. Dit omdat de rijkssubsidie alleen aan landelijke partijen wordt verstrekt. De rest van de raad vond dat dit een te complex onderwerp was om zo te behandelen en verwees het terug naar de commissie van april. Nu in de raad van april stond dus (een gewijzigde versie van) de motie opnieuw op de agenda. Wat vonden wij hier nu van?

Voorzitter, zoals ik in de commissie heb aangegeven, waren we bij de eerste aanbieding van deze motie best positief. Maar nadat we ons wat meer in de materie hadden verdiept, kwamen daar toch de twijfels over. Want wat is nu de feitelijke situatie? De financiële positie van een lokale afdeling van een landelijke partij verschilt ons inziens niet zoveel van een niet landelijke lokale partij. Sterker nog, die kon wel eens voordelig zijn voor een lokale partij. Laat ik dat eens uitleggen.

Ja een landelijke partij wordt gesubsidieerd, daarvan wordt de fractieondersteuning van de TK en EK betaald en deels het wetenschappelijk instituut respectievelijk het partijbureau gefinancierd. Maar lokale afdelingen profiteren daar nauwelijks van. Alleen de adviesfunctie van een partijbureau is een voordeel. Maar daar staat tegenover dat politiek actieve leden een verplichte afdracht betalen aan de bestuurdersvereniging (zoals dat bij ons heet) waarvan in belangrijke mate ook die adviesfunctie wordt betaald.

Daarnaast wordt een belangrijk deel van de ledencontributies afgedragen aan de landelijke organisatie, waar een lokale partij 100% van de ledencontributie zelf kan behouden.

Bij verkiezingen kunnen lokale afdelingen gebruik maken van promotiemateriaal wat landelijk georganiseerd wordt, maar daar betalen we wel voor.

De gemeentelijke fractiebijdrage is qua systematiek voor alle partijen gelijk, dus ook daar is er geen nadeel voor een lokale partij.

Kortom, de gesuggereerde financiële ongelijkheid kon wel eens in het nadeel van de landelijke lokale afdelingen uitvallen. Dat doet ons ernstig twijfelen over steun aan deze motie.

We hebben gezien dat het dictum is aangepast, maar dan is het wel van belang wat bedoeld wordt met “structureel eerlijk maken van subsidieregelingen”. Als dat betekent, dat subisidiestromen gescheiden worden voor landelijke, provinciale en lokale activiteiten en iedere partij daar (bv naar rato van het aantal zetels) haar deel van krijgt, kan het werken. Maar als het bedoeld wordt om vooral de financiële positie van lokale partijen te versterken zonder iets te doen aan de subsidieringsstructuur ten gunste van lokale afdelingen van landelijke partijen, schiet deze motie haar doel voorbij en vergroot ze misschien wel een feitelijke ongelijkheid.

Naschrift: uiteindelijk hebben we de motie gesteund op basis van de uitleg van het college en de indiener dat het ze gaat om een eerlijke vergelijkbare behandeling. Wat dan eerlijk is moet nader uitgezocht worden. Overigens krijgen lokale partijen sinds dit jaar al een extra bijdrage, zij het dat die niet structureel is, maar voor een periode van drie jaar geldt. Wij hebben de kwestie overigens ook onder de aandacht gebracht van ons eigen partijbureau.

« Terug